MENA Mediatips juni 2025
De beste Iraanse film (ooit), Soedanees-Saoedische rap en mijn nieuwe zomerhit
Hallo lieve mensen!
Ik zou juni 2025 graag willen schrappen als maand, als dat kan. Als Iraniër was het afgrijselijk om te zien hoe mijn land werd gebombardeerd door Israël en de VS. Ik kan niet beschrijven hoe dat voelde.
Daarom heb ik veel naar Iraanse producties gegrepen die ik al heb gezien of al naar heb geluisterd. Ik had geen zin in iets nieuws, ik wilde mij geborgen voelen in de films en muziek waar ik van houd.
Verder heb ik in deze editie een nieuwe film gekeken uit de afspeellijst, heb ik mijn zomerhitje voor dit jaar gevonden en las ik (weer) een indringend boek over onze berichtgeving van de genocide in Gaza.
Veel leesplezier!
Taste of Cherry - Abbas Kiarostami
Na de afgelopen weken had ik behoefte aan fijne Iraanse dingen. Dus ging ik terug naar een oude bekende: het meesterwerk Taste of Cherry van de legendarische Iraanse regisseur Abbas Kiarostami. Het is een van de bekendste Iraanse films ooit gemaakt, dus wellicht heb je ‘m al gezien. Zo niet, dan kan ik deze heel warm aanbevelen.
De film komt oorspronkelijk uit 1997. Aqa Badii wil zelfmoord plegen door al zijn slaappillen in één keer te nemen, terwijl hij in het graf ligt die hij zelf heeft gegraven. Het enige dat hij nodig heeft, is iemand die het graf daarna wil dichtgooien met aarde. Maar het vinden van iemand die hem hiermee wil helpen, is vrij moeilijk.
Het is een hele poëtische film die dieper ingaat op wat de schoonheid van het leven is. Eentje die na het kijken in je doorsuddert. Wat ik zelf mooi vind aan de film, is dat je niet alles hoeft uit te leggen. Sommige dingen zijn beter als je ze in het midden laat, als er meerdere eindes mogelijk zijn. Zo blijft er meer over voor de invulling van de kijker.
De film was eerst op MUBI beschikbaar, maar helaas niet op dit moment. Wel vond ik deze obscure Russische website waar je de film met Engelse ondertiteling kunt bekijken.
Iraniërs voelen zich 'ingeklemd tussen twee kwaden' en schieten elkaar te hulp - NOS
De twaalf dagen dat de oorlog duren kan ik moeilijk omschrijven. Je staat machteloos, probeert in contact te blijven met je familie. Dat gaat lastig wanneer het Iraanse regime het internet platgooit.
En dan is er nog de berichtgeving. Het voelde alsof direct werd geaccepteerd dat Iran werd gebombardeerd. Ik kreeg flashbacks van de mediastorm voor de invasie van Irak. Dat een soeverein land aanvallen zonder aanleiding (preventief telt niet) illegaal is in internationaal recht werd er vaak niet bij genoemd. Waar ik de afgelopen maanden nog pleitte voor minder media die mensen in het Midden-Oosten proberen te ‘menselijken’, snakte ik nu juist naar een artikel waar tenminste werd erkend dat we mensen zijn.
Het voelde daarom als een warme omhelzing om het stuk van Eliane Lamper te lezen op de NOS-website. In het stuk omschrijft Lamper hoe Iraniërs elkaar te hulp schieten: hoe restaurants gratis eten uitdeelden, hoe hotels gratis kamers beschikbaar maakten en hoe mensen met huisdieren worden geholpen met het krijgen van noodzakelijke medicijnen. Als ze niet kunnen rekenen op zorg vanuit de regering, zorgen Iraniërs voor elkaar.
Je kunt het stuk hier lezen.
Opeens hoorde ik al mijn Arabische vrienden over hem praten: DAFENCII (دافن شي). De rapper zou extreem layed back zijn, en zijn flow slim en scherp. Ook zou hij helaas maar weinig muziek uitbrengen — en toch had iedereen het over hem. In juni heb ik regelmatig met mijn hoofd bobbend op de fiets gezeten, KING ALHALABA in m’n oren.
De Soedanese rapper, echte naam Omar Bin Mohammed al-Fadel, groeide op in Saoedi-Arabië maar rapt voornamelijk in Soedanees en Egyptisch Arabisch, met hier en daar wat saudi of Engels. En inderdaad, mellow, slim en scherp is exact hoe ik hem zou beschrijven. DAFENCII switcht zo makkelijk tussen de dialecten en talen dat je direct hoort dat hij een kind is van meerdere culturen. Hij is een meester met woordspelingen. Neem bijvoorbeeld het begin van het nummer: ‘Khayyat (de producer) tells me: come down and show them’ (خياط قالي: يا مان إنزل وريهم) waar hij op antwoord met ‘Amsik’ (أمسك), wat zowel ‘I grab’ betekent, dus ik pak ‘m (de mic), als een woordspeling is op het Engelse ‘I’m sick’ — ook zijn tag aan het begin van bijna al zijn nummers.
KING ALHALABA (de koning van de ring) is DAFENCII’s claim voor de kroon, zijn bewijs dat hij de goat is. Gefilmd in Jeddah, Saoedi Arabië, legt hij dit even rustig aan ons uit. De bar ‘You’re uncle calls me uncle’ is misschien wel het grappigste bewijs dat hij hiervoor aanlevert, naast dat ‘1’ zijn telefoonnummer is. Hij heeft niet eens een beat nodig om zijn claim af te maken: hij maakt zijn bars kalm af, zonder muziek, zittend in een boom.
Je kunt het nummer hier luisteren via Spotify.
In Gaza you can choose only humiliation or death - The Electronic Intifada
Israël hongert de bevolking van Gaza nog steeds uit en pleegt daar nog steeds een genocide. Zolang dit het geval is blijf ik stukken tippen van Palestijnen die in Gaza verslag doen van de gruwelijkheden. Ook als ze in herhaling vallen.
Malak Hijazi is een schrijver uit Gaza, en ze schrijft zowel journalistieke stukken als fictie. In dit hartverscheurende stuk in The Electronic Intifada vertelt ze hoe het is om uitgehongerd te worden. Waarom steeds meer mensen om haar heen opgelucht spreken over de dood — dan is het lijden tenminste voorbij.
Want wat ze beschrijft is niet alleen het uitmoorden van haar gemeenschap, maar ook hoe de IDF alles doet om ze elke stap die ze zetten te vernederen. Mannen moeten in een rij gaan staan en onder het oog van iedereen zich helemaal uitkleden. Palestijnen worden naar “humanitaire hulp” gelokt om vervolgens neergeschoten te worden of achter hekken te worden geplaatst in de volle zon zonder water. Hijazi beschrijft dat het niet willekeurig is: het is een uitgedachte architectuur van vernedering.
Lees het stuk hier.
One day, everyone will have always been against this - Omar El Akkad
Hoe zijn we hier terecht gekomen?
Die gedachte heeft mijn dagen gevuld, zeker de afgelopen weken. Ik weet het antwoord maar ik begrijp hem niet. Ik kan je de hele geschiedenis vertellen, (geo)politieke duidingen geven, vertellen wie er financieel bij gebaad is, maar ik begrijp niet dat we het hebben laten gebeuren.
Inmiddels duurt de genocide in Gaza al 632 dagen. De Rode Lijn-demonstraties laten zien dat er langzaam een kantelpunt plaatsvindt: steeds meer mensen spreken zich uit. Maar waarom het zo lang heeft geduurd, daar vond ik elke keer geen antwoord op.
Tot ik het boek van Omar El Akkad begon te lezen, met als pijnlijke titel:
‘One day, when it is safe, when there’s no personal downside to calling a thing what it is, when it’s too late to hold anyone accountable, everyone will have always been against this.’
El Akkad is een Amerikaans-Egyptische journalist. Hij schrijft zijn boek met stekende precisie. En wat hij beschrijft, is een fractie. Een breekpunt voor de mensen die een connectie hebben met wat wij het “mondiale zuiden” noemen, en de mensen hier, in het westen. Het is een fractie met het idee dat het ‘beleefde, westerse liberalisme ooit echt voor iets heeft gestaan’.
One day, everyone will have always been against this is een hard boek. Net als Perfect Victims van Mohammed al-Kurd windt El Akkad er geen doekjes om: we zeggen wel dat we hier geven om de vrijheid van een ieder, maar in de praktijk laten we het niet zien. We hebben een zelfbeeld dat niet overeen komt met de realiteit, schrijf hij:
‘But so long as there exists a Western self-conception that demands the appearance of purity at all times, it should be known that what shocks the most isn’t the cruelty or indifference. Many people’s governments are cruel, many people’s governments are indifferent. It’s this relentless parachuting of virtue. It’s these speeches and statements of eloquently stated concern for human rights and freedom and the demand that those who abuse human rights or withhold freedom be held to account. And it’s the way every ideal turns vaporous the moment it threatens to move beyond the confines of the speeches and the statements, the moment it threatens even the most frivolous parcel of self-interest.
What good are words, severed from anything real?’
Want de werkelijkheid is dat het moeilijk is om je te bekommeren om iets dat ver van je af staat, om echt iets te doen met deze morele overtuigingen. En dat ons internationale rechtssysteem niet sterk genoeg is om het gebrek aan een persoonlijke connectie te overbruggen om tot actie over te gaan.
Het boek is een spiegel. Een pijnlijke, maar wel een noodzakelijke.
Je kunt het boek kopen via Libris.
Crimes of the Century - New York Magazine
Dit stuk van New York Magazine werd mij doorgestuurd door Riffy Bol, factcheck legende en longread fijnproever (altijd shout-out). Wil je toch nog graag het letterlijke antwoord weten op de vraag ‘hoe zijn we hier terecht gekomen’, kan ik dit zeker aanraden.
In het monsterstuk (scroll er maar doorheen, het duurt eindeloos), beschrijft journalist Suzy Hansen precies wat Israël heeft gedaan het afgelopen anderhalf jaar. De volgende paragraaf vond ik heel treffend:
‘In its annihilative force and ambition, the Israeli campaign is unique among modern conflicts. In fact, the term war crime is not even adequate for what’s happening in Gaza, in that it suggests that there is a war happening and there are some crimes in it. Gaza is different, the number of war crimes virtually incalculable, the war not really a war but rather the ceaseless pummeling of one side by the other. “If what we are seeing in the Gaza Strip is the future of war,” Pierre Krähenbühl of the Red Cross said in April, “we should all be very concerned, terrified.”’
Je kunt het stuk hier lezen.
Ik weet niet hoe ik nog niet eerder van Gaye Su Akyol heb gehoord. De Turkse zangeres (en antropoloog!) maakt funky protestnummers die bedwelmend, dromerig en dansbaar zijn. Wie mijn substack al een tijdje volgt weet dat ik een zwak heb voor dromerige muziek — Gaye Su Akyol past perfect in dat straatje. Veel van haar nummers hebben ook een jaren ‘50-vibe, zoals haar nieuwste nummer Hepsi Kafamba Memur Bey, dat in het begin klinkt als door een grammofoon afgespeeld. Maar ook de clip voor haar bekendste nummer Bir Yaralı Kuştum is een klassieke film noir.
Haar laatste album Anadolu Ejderi komt uit 2022, maar hopelijk is dit nieuwe nummer een hint naar de komst van een nieuw album.
Je kunt haar muziek hier vinden via Spotify.
Vorige maand heb ik de film The Time That Remains gekeken uit de afspeellijst met meer dan dertig gratis films op YouTube. De volgende film uit de lijst is Letters from al-Yarmouk van de Palestijnse regisseur Rashid Masharawi uit 2015. In de film volgt Masharawi de filmmaker en fotograaf Niraz Saied terwijl hij de bezetting en honger in Yarmouk documenteert, tussen 2013 en 2015.
Yarmouk is het grootste Palestijnse vluchtelingenkamp in Syrië, en meerdere keren bezet door het Assad-regime. Periodes van zware bombardementen hebben weinig van het kamp overgelaten, en van de honderdduizenden inwoners zijn er nog maar een paar over die er wonen. Samen met mijn vriend Obaid, een getalenteerde fotograaf, ging ik in mei naar Yarmouk.
Ik had het begin van de documentaire gezien in Libanon in mei, vlak voor vertrek naar Syrië. De tweede helft keek ik thuis, weer terug in Nederland. Nadat ik zelf in Yarmouk was geweest.
Het was daardoor een extra aangrijpende documentaire. Is de film een beetje houtje touwtje in elkaar gezet? Ja. Maar wat moet je ook, tijdens een bezetting? Wanneer er al maanden bijna geen goederen de stad inkomen? Ik vond juist omdat de film wat ruwer was dat het overkwam als een eerlijk portret van de stad. Ook omdat het laat zien hoe verbonden de Palestijnse gemeenschap is: wanneer in 2014 Gaza wordt gebombardeerd door Israël, demonstreren de Palestijnen in Yarmouk in solidariteit met hun broeders en zusters in Gaza — terwijl ze zelf ook gebombardeerd worden het Assad-regime.
Je kunt de film hier bekijken.
Om met deze afschuwelijke weken om te gaan heb ik veel troost gezocht in muziek. Ik heb vooral veel geluisterd naar MADANii en Marwan Moussa, die ik in de afgelopen maanden heb getipt. Maar ook luisterde ik veel naar het album Tehran, Smile! van Pallett.
De Iraanse band maakt zachte indiepop gemixt met traditionele Perzische muziek. Zeker dit album heb ik heel veel geluisterd, en ik heb specifieke herinneringen in Iran met hun nummers als soundtrack. Voornamelijk Vagabond heb ik erg vaak naar geluisterd. Wanneer ik even naar een plek in mijn hoofd wilde waar Iran niet werd gebombardeerd, kon ik in hun muziek mijn toevluchtsoord vinden.
Je kunt het album hier luisteren via Spotify.
MOSH 3ADI - Oualid & Marwan Moussa
Desondanks ben ik niet alleen maar verdrietig geweest deze maand. Want mijn nieuwe zomerhit is ook uitgekomen in juni: MOSH 3ADI van Oualid en Marwan Moussa. Die wist mij toch soms op te vrolijken.
Ik kende Oualid nog niet, maar net als Moussa (en ik) blijkt hij ook een mix te zijn. Als Marokkaans-Egyptische zanger en rapper maakt hij muziek in beide dialecten. En kennelijk maakt dat hele lekkere hitjes.
MOSH 3ADI is echt een poppokoe, dansbaar, catchy bars. Heel anders dan de complexe en regelmatig verdrietige nummers die Moussa recent uitbracht. De clip is speels, en sleept je in een rotvaart door Caïro heen. Lopend door de typische straatjes van downtown, of staand op een dak met de pyramides op de achtergrond vragen ze de vrouw van hun dromen ‘Wat wil je nou eigenlijk van mij?’. MOSH 3ADI is echt Egyptische pop zoals je die graag wilt horen: upbeat met suikerzoete teksten.
Je kunt het nummer hier luisteren via Spotify.
Tot volgende maand!